Gedichten lichtjesavond
Lichtjesavond 2 november 2019
VIDEO lichtjes avond compilatie
Gedichten en teksten
Je denkt misschien dat je wat moet zeggen
Je denkt misschien dat je wat moet zeggen
Je denkt misschien dat je me moet opvrolijken
Je wilt me misschien weer zien lachen en genieten
Je denkt misschien dat je moet troosten en adviseren
Wat ik vraag is dit:
wil je nog eens
en nog eens
luisteren naar mijn verhaal
naar wat ik voel en denk
je hoeft alleen maar stil te zijn
mij aan te kijken
mij tijd te geven
je hoeft mijn verdriet zelfs niet te begrijpen
maar als het kan
slechts te aanvaarden
zoals het voor mij voelt
je luisterend aanwezig zijn
zal mijn dag anders maken.
(Marinus van den Berg)
De draad van de liefde
De draad van de liefde
verbindt mij met jou.
De draad van het gemis
verbindt mij met jou.
Zoveel draden verbinden mij
met zoveel mensen.
Maar altijd is er die draad met jou,
hij doorkruist alle andere draden.
Hij geeft betekenis aan alle levensdraden.
De draad van de liefde
verbindt ons voor altijd,
en de draad van ’t gemis
verweeft zich met die van de liefde.
(Marinus van den Berg)
Soms een enkele keer
Soms,
een enkele keer,
met heel veel moeite en voornamelijk toevallig,
lukt het iemand
om met beide armen zijn verdriet te omvatten.
Hij tilt het op
Laat de deur niet op slot zijn nu..
Hij duwt hem open met zijn knie
en loopt met grote breedsporige passen naar buiten.
Kijk uit! roept hij
want het verdriet is zo groot dat hij er niet overheen kan kijken,
en doorzichtig is het nooit.
Ver weg, in een sloot of op een drassige plek
onder populieren
of achter een scheve schutting tussen autobanden,
speelgoed, resten van een vuur,
gooit hij het neer
en fluitend loopt hij terug naar huis.
(Toon Tellegen)
Verhaal van Toon Tellegen
“Ik moet op reis, eekhoorn”, zei de mier op een ochtend.
Zij zaten op de tak voor de deur van de eekhoorn. De eekhoorn was nog maar net wakker en geeuwde nog.
“En je moet niet vragen of het echt moet”, zei de mier, “want het moet”.
“Maar dat vraag ik helemaal niet”, zei de eekhoorn.
“Nee, maar je stond wel op het punt om dat te vragen, wees maar eerlijk.”
De eekhoorn zweeg.
“Het minste wat we kunnen doen”, zei de mier, “is op een kalme manier afscheid nemen”.
“Ja”, zei de eekhoorn.
“Dus niet met gejammer en tranen en wat zal ik je missen en kom gauw terug en zo – daar heb ik toch zo’n hekel aan, eekhoorn, als je dat eens wist …”
De eekhoorn knikte.
“Als jij nou in de deuropening gaat staan …” zei de mier.
De eekhoorn ging in de deuropening staan.
De mier gaf hem een hand en zei:
“Nou, eekhoorn, tot ziens dan.”
“Dag mier”, zei de eekhoorn. “Goede reis.”
Maar de mier was niet tevreden over het afscheid en bleef staan.
“Die brok in je keel, eekhoorn”, zei hij, “die hoorde ik wel!”
Ze probeerden het opnieuw en nu zei de mier dat hij een traan zag blinken in het oog van de eekhoorn en vond hij Goede reis niet goed.
“Je vindt het erg, eekhoorn, je vindt het heel erg, ik zie het wel!”
De eekhoorn zweeg.
“Doe toch kalm!” riep de mier.
Ze probeerden het nog een keer met Beste reis en een keer zonder woorden, zonder elkaar aan te kijken. De eekhoorn deed zo kalm als hij nog nooit had gedaan. Maar de mier vond het niet goed.
“Zo kan ik niet op reis gaan”, zei hij verongelijkt. “Terwijl het in feite moet. Echt moet!”
“Ja”, zei de eekhoorn.
Daarna zwegen zij en zaten in het licht van de opkomende zon op de tak voor de deur van de eekhoorn. Het bos rook naar dennehout en in de verte zong de lijster.
(Toon Tellegen, Misschien wisten zij alles.)
Ik begraaf je niet
Ik begraaf je niet
Maar graaf diep
In de tijd die was
Dat jij bij mij
Ik begraaf je niet
Maar neem je mee
Ik hou je hier
En hou ons vrijdag Ik begraaf je niet
Maar herinner
Alle dagen
Dat wat leuk
Dat wat mooi
Dat wat moeilijk
Dat wat vol verdriet
Ik zeg je nu gedag
Maar ik hou je levend
En ik
Begraaf je niet
(Woordkunsten)